Als er wind stond, kon je ’m op zaterdag fier zien draaien: de Jan van Cuijk. Menig fietser stapt er dan even af om het draaien van de wieken, van de opvallend witte verschijning, een tijdje te volgen. Jammer genoeg moesten de vrijwillige molenaars Johan Reijnders (66) en Stefan Willems (48) de molen halverwege 2015 aan de ketting leggen. Doordraaien en malen werden onverantwoordelijk. Het werd tijd voor een grote beurt. Naar ruim 4 jaar voorbereiding, vergaderen, bestekken schrijven, vergunningen aanvragen en niet het onbelangrijkste de financiële middelen bij elkaar brengen. Is afgelopen december het startschot gegeven op het gemeentehuis van Cuijk, in aanwezigheid van beide molenaars, Adviesbureau Paul Groen, Molenmaker Beijk en de beide verantwoordelijke ambtenaren Arts en Scheepens.
De Cuijkse, of eigenlijk Sint Agathase molen want op dat grondgebied staat ie, stond een grote restauratie te wachten. Medio Februari is Beijk begonnen met de restauratie werkzaamheden op de molen. Dankzij een bijdrage van de provincie Noord-Brabant, die 70 procent van de restauratiekosten betaalt, en de gemeente, eigenaresse van de uit 1860 stammende molen, die de overige 30 procent voor haar rekening nam , kon Max Beijk met zijn personeel aan de slag. Een restauratie die begroot werd op ruim 250.000 euro. Zes jaar geleden ging de Jan van Cuijk ook al onder het mes. Toen zijn vooral het pakhuis in de belt en de buitenkant aangepakt. De groen uitgeslagen molenromp heeft toen, in het jaar dat de molen 150 jaar bestond, weer een prachtige witte jas gekregen. De operatie die nu gepland stond, richtte zich vooral op de wieken, de kap, het kruiwerk, binnenwerk en de zolders.
Balkkoppen van bijna alle zolders zijn aangegoten met een expotiehars en daar waar nodig is de zoldervloeren vervangen. We gaan zoveel mogelijk oude materialen hergebruiken, om zo het authentieke te bewaren. Ook de beide beltdeuren werden vervangen. De eerste week van maart is begonnen met het zware werk. Met behulp van de onlangs aangeschafte mobile kraan van de molenbouwer is het hekwerk van het gevlucht, de van busselneuzen, staart en schoren verwijderd.
Potroede
In 1884 werd er in opdracht van Vincent van Riet een geklonken Potroede besteld bij de firma Pot, ter vervanging van 1 houten binnenroede. De Kinderdijkse roedes fabrikant Gebr. Pot uit Elshout bij Kinderdijk heeft in de periode 1852 – 1944 bijna 3000 ijzeren molenroedes gemaakt, 2814 om precies te zijn. In 1852 kreeg Adriaan Pot octrooi voor het maken van ijzeren molenroedes. Aanvankelijk waren er wel kinderziekten. Zo zou de eerste direct na het steken zijn gebroken. Al doende leert men en weldra maakte Pot roedes die een eeuw en langer dienst hebben gedaan. Hiervan draaien er nu zelfs nog een aantal. Pot heeft zijn roedes altijd geklonken, nooit gelast. De dood van de laatste mede-eigenaar, Joost Pot, betekende het einde van het bedrijf.
Nadat het bedrijf van Pot was opgeheven, bleven nieuwe roedes nodig. Ook omdat na de oorlog het aantal sloopmolens terugliep. Vanaf die tijd kwam de gelaste roede in opkomst en werd er niet langer geklonken. Molenaars waren in die tijd niet echt enthousiast over de gelaste roedes. Bij een geklonken roede kon er gerust een gat in het plaatwerk komen, maar met gelaste roede moest je de kwaliteit van de lasnaden maar afwachten.
Fransenroede
In April 1915 werd bij de Vierlingsbeekse dorpssmid Fransen een geklonken buitenroede besteld, door de toen huidige eigenaar, de familie Willems, ter vervanging van de nog aanwezige laatste houten roede. De smederij van de familie Fransen was gelegen aan de Grotestraat en werd opgericht door Johannes Fransen. Johannes (1838-1908) werd opgevolgd door zijn drie zonen Tinus, Sjang en Bertus. De firmanaam is toen ook gewijzigd in de Gebroeders Fransen. Een ieder specialiseerde zich in zijn eigen bedrijfstak. Tinus nam de molenroedes voor zijn rekening. Martinus, zoals zijn eigenlijke naam was, werd geboren in 1873 en overleed in 1960. In de periode 1902-1935 werden er in de speciale roedeloods 247 roedes vervaardigd, voor voornamelijk de zuidelijke provincies. Het was bekend dat de Fransenroedes slapper leken dan die van de concurrent Pot. Maar door de gebruikte staalsoort waren ze wel veel veerkrachtiger.
Tot 1985 heeft de molen Jan van Cuijk met deze roedes gemalen. In 1942 heeft Chris van Bussel de molen voorzien van stroomlijnneuzen. Een bijkomend voordeel was dat de Fransen buitenroede in combinatie met de van Busselneuzen ook nog eens een ideaal “koppel “ was. Want volgens Chris van Bussel zou de zeilslag door de holle achterkant van de Fransen roede tot het minimum beperkt worden. Toch is er in 1985 voor gekozen om de, inmiddels slechter geworden, Fransenroede te vervangen voor een gelaste Derkcxroede.
Met de start van de omvangrijke restauratie in het voorjaar van 2016 werd, nadat de uitgenomen gelaste Derkcxroede gestraald was, al snel duidelijk dat de laskwaliteit te wensen overliet. De slechte doorlassing en de scheuren in de lassen brachten een heel andere kijk op de kwaliteit van de gelaste roede.
In een spoedoverleg met de eigenaar , molenaars, molenmaker en adviesbureau Groen is besloten om de gelaste roede niet meer terug te plaatsen. Maar wat moet je dan? Alle opties passeerden de revue, nieuwe gelaste, nieuwe geklonken of herstel van de Derkcxroede. Er werd door molenaar Stefan Willems voorgesteld of het geen optie was om de Fransenroede, die al ruim 30 jaar in het zand onder de struiken bij de molen lag, te restaureren. Er werd door alle partijen enthousiast op gereageerd. Dit zou zeker ook een mogelijkheid zijn, mits de roede niet te slecht zou zijn. Dezelfde week werd de roede nog met een shovel uit het zand gehaald en door de molenmaker en de Firma Koppes beoordeeld. Bij inspectie bleek dat de Fransen-roede eigenlijk nog niet eens zo heel slecht was. De uiteinden waren het slechtst, maar konden zonder problemen gerestaureerd worden. In overleg met de eigenaar, de Gemeente Cuijk, is besloten om de roede te restaureren. Dezelfde week is deze Fransenroede nog overgebracht naar de Firma Koppes in Nieuw Bergen. Deze Firma was ondertussen gereed met de restauratie van de Potroede. Meteen is de Fransenroede onderhanden genomen om voortgang van de molenrestauratie niet te veel vertraging te laten oplopen.
Uniek
Volgens de molendatabase is er in Nederland geen enkele molen meer met een draaiende originele Fransenroede. Dit zou de molen Jan van Cuijk weer uniek maken. Een originele geklonken Potroede en Fransenroede, die beide ooit nieuw aangekocht zijn voor de molen Jan van Cuijk, gaan er voor zorgen dat er een unieke situatie is ontstaan. Nadat de Fransenroede ruim 30 jaar geleden is afgedankt en al die jaren naast de molen gelegen heeft, laat hij nu oude tijden herleven.
Op dinsdag 8 maart jongste leden is met behulp van een 120 tons telescoopkraan van de firma Jenniskens, de kap van de molenromp afgenomen. Een spannend moment voor iedereen. De spruiten waaraan je normaal de hijsbanden aan zou bevestigen zijn dermate slecht dat de molenmaker het risico niet durfde te nemen om hieraan te hijsen. De banden werden bevestigd aan de voeghouten wat alles meer betrouwbaarder maakte. Het was even een lastige klus om de kap in balans te krijgen. Je weet immers nooit precies waar het zwaartepunt ligt. Maar rond 11 uur hing de bijna 10 ton wegende kap in de kraan. Voorzichtig werd deze op de klaar staande houten onderstopping geplaatst. Vervolgens is de complete kruivloer met rollenwagen en kuip gedemonteerd.
Wat stond er nog meer op de planning?
Er werden nog restauratiewerkzaamheden verricht aan onder andere de kruivloer, voeghouten, spruiten, rollenwagen en het metselwerk van de molenromp. De binnen- en buitenroede werden voorzien van het van Bussel stroomlijnwieksysteem in aluminium, de beide molenaars hebben in de werkplaats van de Firma Beijk uitvoerig uitleg gekregen over de constructie en bouw wijze van de van Busselneuzen. Uiteindelijk kreeg de molen weer frisse schilderbeurt in de bekende kenmerkende kleurstelling.
Op 29 juli werd onder grote belangstelling de molenkap op de gerestaureerde kruivloer teruggeplaatst nog dezelfde dag werden de roedes en staartwerk weer terug geplaatst . Dezelfde week nog werd er door de molenmakers van Beijk de roedes opgehekt en de aluminium van Busselneuzen geplaatst.
Na een wel verdiende vakantie werden begin september de werkzaamheden weer op gepakt. Ditmaal werden de kammen in de molenwielen gecontroleerd, gedeeltelijk vervangen en weer op steek gezet. Alle spieën in de wielen gecontroleerd en indien noodzakelijk aangeslagen of zelfs vervangen.
Uiteindelijk werd de molen op 30 oktober jl weer feestelijk in gebruik genomen door Wethouder Rob Poel van de gemeente Cuijk. En keken we met zijn alle terug op een intensieve periode van herstel aan molen Jan van Cuijk.