Certificaat van Verdienste voor Piet van Rijswijk

Certificaat van Verdienste voor Piet van Rijswijk

Piet van Rijswijk heeft op 23 september vorig jaar na 40 jaar afscheid genomen als beheerder en molenaar van molen “De Doornboom” in Hilvarenbeek. Piet stamt uit de bekende molenaarsfamilie Van Rijswijk. Zijn opa maalde op deze molen vanaf 1906. Nadien zijn vader Jan tot na de grote restauratie van 1972. Kort na die restauratie kwam zijn vader ineens te overlijden. Vanuit de gemeente werd Piet gevraagd het beheer van de ronde stenen beltmolen op zich te nemen. Heel bijzonder voor die tijd was dat hij als molenaarszoon ging lessen bij vakmolenaar Voet. Drie Beekse molenaars in de personen van Arnold Naaijkens, Jan Scheirs en Piet gingen diverse zaterdagen naar Ravenstein. In die tijd waren er dichterbij geen mogelijkheden om te lessen. Het was elke keer een uur rijden. Piet van Rijswijk haalde het getuigschrift op de molen van Megen.

Omdat er met de molen de kost niet meer viel te verdienen werd Piet kraanmachinist bij een bekende firma in Tilburg. Tussendoor werd er tijd besteed aan zijn molen. Het woonhuis van de familie Van Rijswijk was bij de molen en ook was er een grote graanschuur. Piet was inmiddels beheerder en de andere heren vlogen uit naar molens elders in de regio. Toen in de jaren 80 er plannen kwamen voor een heemkundig museum in de oude graanschuur ging Piet uiteindelijk fulltime werken in dit museum naast zijn werk als vrijwillig molenaar.

In de beginjaren maalde Piet vooral veevoeders voor zijn neven van mengvoederfabriek Renco. Nadien werd voorzichtig begonnen met het malen van tarwemeel voor drie lokale bakkers. Een koppel nieuwe kunststenen werden ervoor aangeschaft. In al die jaren werd de omzet voor de particulieren en bakkers telkens uitgebreid. Momenteel zijn er 4 bakkers en wordt er volop tarwe- spelt- en roggemeel gemalen. Elke zaterdag is de molen hiervoor in functie.

Piet zijn grote verdienste ligt beslist op het gebied van het onderhoud. In 1972 werd de molen gerestaureerd door molenmakerij Bos. Sinds dat jaar heeft de molen nooit meer een restauratie ondergaan en staat de beltmolen er goed onderhouden bij. Piet is iemand die heel secuur is. Dat uit zich in onder andere het traditioneel elke jaar witten van de molenstenen rond de molenberg en ook de bekende moorse motieven rond de ramen en deuren. Ook moest elk weekend de molen aangeveegd zijn. Hij was ook degene die de diverse ambtenaren enthousiast maakte voor het onderhoud en de biotoop. Elke keer wist hij grote bedragen te regelen voor zijn molen. En dankzij Piet werd voorkomen dat  het weiland ten noorden van de molen vol gebouwd werd.

Piet was niet iemand die in tal van besturen zat of anderszins actief was. Zijn verdienste zijn vooral voor molen De Doornboom en de lokale gemeenschap geweest. Dit alles wel 40 jaar lang. Behoudens de zondag was Piet elke dag wel op zijn molen te vinden. Vooral dat enthousiasme, vakmanschap, betrokkenheid dat is zijn verdienste voor De Doornboom. Voor zijn verdienste kreeg Piet van Rijswijk vorig jaar een Koninklijke Onderscheiding. Vandaag het Certificaat van Verdienste van De Hollandsche Molen voor 40 jaar inzet voor molen De Doornboom in Hilvarenbeek.

Start campagne Brabantse Erfgoedprijs 2017

Erfgoedprijs

Vanaf 4 april is de campagne van de Brabantse Erfgoedprijs 2017 van start gegaan. De Brabantse Erfgoedprijs is dé stimuleringsprijs voor innovatieve en creatieve erfgoedprojecten in Brabant. De prijs bestaat uit een geldbedrag van € 10.000,- voor de winnaar en een intensief begeleidingstraject door Erfgoed Brabant dat het project ondersteunt in het realiseren van dromen en ambities.

Vanaf nu kan iedereen projecten indienen via www.erfgoedbrabant.nl/beprijs2017. “Voor de Brabantse Erfgoedprijs zijn we op zoek naar innovatieve, creatieve en inspirerende projecten in, met, voor, door en over Brabants erfgoed. Laten we de oogst zo mooi en divers maken!”

Maar let op: doe het wel voor 31 mei a.s., want dan sluit de aanmeldtermijn. Dus: ken je erfgoedprojecten, of ken je iemand die zo’n project heeft, dien het dan in via het aanmeldformulier op de website van Erfgoed Brabant. En wie weet, gaat dat project er met de prijs van door! Voor de criteria om voor de prijs in aanmerking te komen en uitleg over het juryproces, kijk op: www.erfgoedbrabant.nl/BEprijs2017

Opening en open dagen Volksvriend Gemert

15250746_586104154906847_8688648680954703980_o

Na een ingrijpende en indrukwekkende restauratie (lees het volledige verslag hier) is het bijna zo ver: op 19 april 2017 zal molen de Volksvriend te Gemert weer geheel draai – en maalvaardig officieel worden geopend, waarna de molenaars de molen weer in gebruik zullen nemen en wekelijks gaan draaien en malen.

Op 22 en 23 april 2017 worden open dagen georganiseerd, waarbij alle belangstellenden van harte welkom zijn.

Jaarprijs Vernuft en Volharding voor Bart Tonies sr.

Tijdens de Algemene Vergadering van De Hollandsche Molen in Meeting Center Eenhoorn in Amersfoort op 18 maart zijn onder meer de jaarprijzen toegekend van de Stichting Molengiftenfonds voor Vernuft en Volharding.  Er werden door Eric Zwijnenberg, de voorzitter van de genoemde stichting, drie prijzen uitgereikt, waarvan één aan een bijzondere Brabantse molenaar: Bart Tonies sr. uit Ravenstein.

Bart Tonies raakte betrokken bij het behoud van korenmolen De Nijverheid in Ravenstein als technisch ambtenaar bij de gemeente. Het behoud van de zwaar in verval zijnde molen ging hem dusdanig aan het hart, dat hij zich ontpopte als persoon met een enorme kracht en inzet om de molen niet alleen te restaureren maar ook weer te laten malen. Tonies volgde de opleiding voor molenaar, en ontwierp een nieuwe versie van het vroegere inmiddels gesloopte bijgebouw.

Op de molen in Ravenstein werd zo’n twintig jaar geleden onder zijn leiding begonnen met het malen van spelt, een eeuwenoude graansoort. Het werd een hype en de molen vervaardigt nog steeds speltmeel voor bakkers in Herpen en Ravenstein, en thans ook voor een kleine bierbrouwerij die in en naast de molen is gevestigd.

Bart Tonies is niet alleen voor De Nijverheid actief, hij heeft ook diverse adviserende functies bij molenbehoud elders in de provincie en weet op vaak verrassende wijze fondsen aan te boren voor herstel van monumentale zaken. Op de oorkonde staat de tekst: “Als blijk van waardering voor zijn langdurige en vakkundige inspanningen voor het behoud en de instandhouding van molen De Nijverheid te Ravenstein en de inbedding in de gemeenschap.”

Problemen met deelbare molenroeden

De Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (RCE) heeft geadviseerd om molens die voorzien zijn van deelbare roeden tijdelijk stil te zetten. Bij twee molens die van dergelijke roeden zijn voorzien zijn problemen geconstateerd. Het gaat om molens met roeden van 25 meter en langer.

Volgens het bericht van de RCE zijn de flenzen waarmee de roeden door middel van bouten aan elkaar worden gemonteerd te licht geconstrueerd, waardoor de bouten op de hoekverbindingen breken of vervormen. Dat kan de veiligheid in gevaar brengen. Het volledige bericht van de RCE leest u hier.

In Noord-Brabant is slechts een beperkt aantal molens van deze deelbare roeden voorzien. Tot dusver bekend staan daardoor twee Brabantse molens tot nader order stil.

 

Restauratie Keldonkse Molen

De bouw van de Keldonkse molen verloopt voorspoedig. Eind vorig jaar was het timmerwerk aan de houten achtkant voor een belangrijk deel klaar, als voorbereiding om de buitenkant van de romp te voorzien van een bitumen bekleding. Omdat het oude gerestaureerde spoorwiel een diameter heeft van bijna 2 meter was de meest praktische oplossing het wiel te plaatsen voordat het achtkant rondom gesloten wordt.

Aan het spoorwiel zit een bijzonder verhaal. Het is namelijk het originele exemplaar, dat na ruim 40 jaar is teruggekeerd naar Keldonkse bodem. Molenbouwer Adriaens Molenbouw Weert B.V. plaatste het originele oude spoorwiel terug, en later in het bouwproces zullen meer oude onderdelen in de molen worden teruggeplaatst.

Molenhistoricus Nico Jurgens; “In het spoorwiel staat de inscriptie: A v Lith 1909. Daardoor zou je op de gedachte kunnen komen dat het wiel werd vervaardigd door deze Keldonkse molenaar. Niets is echter minder waar. De Keldonkse molen werd in 1849 in het Groningse buurtschap De Friese Wilp opgebouwd. Na ruim 50 jaar trouwe dienst aldaar verhuisde de molen in het begin van de vorige eeuw naar Keldonk. Het spoorwiel heeft een constructie die kenmerkend is voor de bouwstijl in Groningen en Oost-Friesland. Ik ben er daarom van overtuigd dat het spoorwiel stamt uit de Groningse periode (1849 – 1903)”.

Bouwcoördinator Jos Verbrugge kan nog niet zeggen wanneer de achtkant op de stenen romp wordt gehesen. “We liggen ruim voor op het bouwschema. In overleg met de molenbouwer moeten we nog besluiten of we vasthouden aan de oorspronkelijke planning of dat het wellicht eerder kan dan juni 2017”.

Voor meer informatie over het herbouw- en restauratieproject van de Keldonkse molen kunt u de website van Stichting korenmolen De Hoop Keldonk raadplegen; www.keldonksemolen.nl.

Gemertse Volksvriend krijgt kap en roeden

Dinsdag 29 november was een bijzondere dag voor de Volksvriend in Gemert. Enige tijd geleden werd de molen tijdelijk ontmanteld, maar pronkt nu weer als in vroeger dagen. De Volksvriend heeft zijn kap, wieken en staartwerk weer terug!

Volgens de website van de molenstichting Gemert-Bakel werd omstreeks 7:30 uur door molenmakerij Beijk begonnen aan het naar binnen hijsen van de molenstenen, en daarna werd de kap geplaatst. Rond 10:00 uur arriveerde er een speciaal transport met de bijna 29 meter lange roeden die er dan ook meteen werden in gestoken. Nadat de staart en de schoren geplaatst waren leek het `s avond  weer op een “echte”molen.
Wat ging er vooraf: Molenstichting Gemert-Bakel heeft op Kerstavond 2013 deze molen gekocht van de vorige eigenaar. In januari 2014 heeft de gemeente Gemert-Bakel hem overgekocht en weer in erfpacht uitgegeven aan genoemde molenstichting: “We hebben meteen de kap van de molen gehaald en een noodkap geplaatst om de molen tegen verdere weersinvloeden te beschermen. Na een bouwhistorisch onderzoek en een restauratieplan is er een begroting gemaakt en zijn de benodigde gelden bijeen gebracht. Begin 2015 zijn we gestart met de restauratie van molen De Volksvriend, met de insteek om zoveel mogelijk originele onderdelen te behouden. Zo zijn vergane uiteinden van de draagbalken  zodanig gerestaureerd dat het authentieke aanzicht behouden blijft, zo ook is alleen het broodnodige gedeelte van de vloeren vervangen door nieuwe planken. De kap is geheel in oude staat hersteld en is onlangs teruggeplaatst. De meer dan 100 jaar oude Pot roeden werden ook geheel op vakkundige wijze gerestaureerd en zijn ook weer terug gestoken. Aan de hand van een uitgebreid historisch kleurenonderzoek zijn de kleuren weer terug gebracht zoals ze waren in de 70er jaren. De gehele restauratie loopt volgens plan, en zal medio april 2017 voltooid zijn.”
Klik hier voor het volledige fotoverslag via de Facebook-pagina van molenmakerij Beijk uit Afferden.
15304242_586104221573507_393202379008170960_o 15250746_586104154906847_8688648680954703980_ovolksvriend_gemert_molen_kap_28_11_201615259360_586104081573521_8423191254944681602_o

Stormschade Heimolen Leenderstrijp

Tijdens de eerste herfststorm van zondag 20 november heeft de Heimolen in Leenderstrijp schade opgelopen. De Heimolen is een replica op schaal 2:3 van de oorspronkelijke Heimolen, die in 1940 eveneens slachtoffer werd van stormgeweld en daarna werd afgebroken. Gelukkig zijn de vooruitzichten nu beter: de molen zal worden hersteld.

“Door een zeer felle rukwind is de pestel van de binnenroede afgebroken, en de roe is rakelings langs de molenkast gescheerd”, vertelt Frans Hagenaars, molenaar en tevens bouwer van de Heimolen. “Voorlopig zal ik dus niet kunnen malen. Prioriteit is natuurlijk eerst een nieuwe pestel te maken, daarna de kapotte wiek te repareren en vervolgens het geheel weer te monteren. Jammer, maar tegen natuurgeweld is weinig te doen.”

2016-11-20-1-1 2016-11-20-3

Restauratie Jan van Cuijk

Als er wind stond, kon je ’m op zaterdag fier zien draaien: de Jan van Cuijk. Menig fietser stapt er dan even af om het  draaien van de wieken, van de opvallend witte verschijning, een tijdje te volgen. Jammer genoeg moesten de vrijwillige molenaars Johan Reijnders (66) en Stefan Willems (48) de molen halverwege 2015 aan de ketting leggen. Doordraaien en malen werden onverantwoordelijk. Het werd tijd voor een grote beurt. Naar ruim 4 jaar voorbereiding, vergaderen, bestekken schrijven, vergunningen aanvragen en niet het onbelangrijkste de  financiële middelen bij elkaar brengen. Is afgelopen december het startschot gegeven op het gemeentehuis van Cuijk, in aanwezigheid van beide molenaars, Adviesbureau Paul Groen, Molenmaker Beijk en de beide verantwoordelijke ambtenaren Arts en Scheepens.

De Cuijkse, of eigenlijk Sint Agathase molen want op dat grondgebied staat ie, stond een grote restauratie te wachten.  Medio Februari is Beijk begonnen met de restauratie werkzaamheden op de molen. Dankzij een bijdrage van de provincie Noord-Brabant, die 70 procent van de restauratiekosten betaalt, en de gemeente, eigenaresse van de uit 1860 stammende molen, die de overige 30 procent voor haar rekening nam , kon Max Beijk met zijn personeel aan de slag.  Een restauratie die begroot werd op ruim 250.000 euro. Zes jaar geleden ging de Jan van Cuijk ook al onder het mes. Toen zijn vooral het pakhuis in de belt en de buitenkant aangepakt. De groen uitgeslagen molenromp heeft toen, in het jaar dat de molen 150 jaar bestond, weer een prachtige witte jas gekregen. De operatie die nu gepland stond, richtte zich vooral op de wieken, de kap, het kruiwerk,  binnenwerk en de zolders.

Balkkoppen van bijna alle zolders zijn aangegoten met een expotiehars en daar waar nodig is de zoldervloeren vervangen. We gaan zoveel mogelijk oude materialen hergebruiken, om zo het authentieke te bewaren.  Ook de beide beltdeuren werden vervangen. De eerste week van maart is begonnen met het zware werk. Met behulp van de onlangs aangeschafte mobile kraan van de molenbouwer is het hekwerk van het gevlucht, de van busselneuzen, staart en schoren verwijderd.

Potroede

In 1884 werd er in opdracht van Vincent van Riet een geklonken Potroede besteld bij de firma Pot, ter vervanging van 1 houten binnenroede.  De Kinderdijkse roedes fabrikant Gebr. Pot uit Elshout bij  Kinderdijk heeft in de periode 1852 – 1944 bijna 3000 ijzeren molenroedes gemaakt, 2814 om precies te zijn. In 1852 kreeg Adriaan Pot octrooi voor het maken van ijzeren molenroedes.  Aanvankelijk waren er wel kinderziekten. Zo zou de eerste direct na het steken zijn gebroken. Al doende leert men en weldra maakte Pot roedes die een eeuw en langer dienst hebben gedaan. Hiervan draaien er nu zelfs nog een aantal. Pot heeft zijn roedes altijd geklonken, nooit gelast. De dood van de laatste mede-eigenaar, Joost Pot, betekende het einde van het bedrijf.

Nadat het bedrijf van Pot was opgeheven, bleven nieuwe roedes nodig. Ook omdat  na de oorlog het aantal sloopmolens terugliep. Vanaf die tijd kwam de gelaste roede in opkomst en werd er niet langer geklonken. Molenaars waren in die tijd niet echt enthousiast over de gelaste roedes. Bij een geklonken roede kon er gerust een gat in het plaatwerk komen, maar met gelaste roede moest je de kwaliteit van de lasnaden maar afwachten.

Fransenroede

In April 1915 werd  bij de Vierlingsbeekse  dorpssmid Fransen een geklonken buitenroede besteld, door de toen huidige eigenaar, de familie Willems, ter vervanging van de nog aanwezige laatste houten roede.  De smederij van de familie Fransen  was gelegen aan de Grotestraat en werd opgericht door Johannes Fransen. Johannes  (1838-1908) werd opgevolgd door zijn drie zonen Tinus, Sjang en Bertus. De firmanaam is toen ook gewijzigd in de Gebroeders Fransen. Een ieder specialiseerde zich in zijn eigen bedrijfstak. Tinus nam de molenroedes voor zijn rekening. Martinus, zoals zijn eigenlijke naam was, werd geboren in 1873 en overleed in 1960. In de periode 1902-1935 werden er in de speciale roedeloods 247 roedes vervaardigd, voor voornamelijk de zuidelijke provincies. Het was bekend dat de Fransenroedes slapper leken dan die van de concurrent Pot. Maar door de  gebruikte staalsoort waren ze wel veel veerkrachtiger.

Tot 1985 heeft de molen Jan van Cuijk  met deze roedes gemalen. In 1942 heeft Chris van Bussel de molen voorzien van stroomlijnneuzen. Een bijkomend voordeel was dat de Fransen buitenroede in combinatie met de van Busselneuzen ook nog eens een ideaal “koppel “ was. Want volgens Chris van Bussel zou de zeilslag door de holle achterkant van de Fransen roede tot het minimum beperkt worden. Toch is er in 1985 voor gekozen om de, inmiddels slechter geworden, Fransenroede te vervangen voor een gelaste Derkcxroede.

Met de start van de  omvangrijke restauratie in het voorjaar van 2016 werd, nadat de uitgenomen gelaste Derkcxroede gestraald was, al snel duidelijk dat de laskwaliteit te wensen overliet. De slechte doorlassing en de scheuren in de lassen brachten een heel andere kijk op de kwaliteit van de gelaste roede.

In een spoedoverleg met de eigenaar , molenaars, molenmaker en adviesbureau Groen is besloten om de gelaste roede niet meer terug te plaatsen. Maar wat moet je dan?  Alle opties passeerden de revue, nieuwe gelaste, nieuwe geklonken of herstel van de Derkcxroede. Er werd door molenaar Stefan Willems voorgesteld of het geen optie was om de Fransenroede, die al ruim 30 jaar in het zand onder de struiken bij de molen lag, te restaureren. Er werd door alle partijen enthousiast op gereageerd. Dit zou zeker ook een mogelijkheid zijn, mits de roede niet te slecht zou zijn. Dezelfde week werd de roede nog met een shovel uit het zand gehaald en door de molenmaker en de Firma Koppes beoordeeld. Bij inspectie bleek dat de Fransen-roede eigenlijk nog niet eens zo heel slecht was. De uiteinden waren het slechtst, maar konden zonder problemen gerestaureerd worden. In overleg met de eigenaar, de Gemeente Cuijk, is besloten om de roede te restaureren. Dezelfde week is deze Fransenroede nog overgebracht naar de Firma Koppes in Nieuw Bergen. Deze Firma was ondertussen gereed met de restauratie van de Potroede. Meteen is de Fransenroede onderhanden genomen om voortgang van de molenrestauratie niet te veel vertraging te laten oplopen.

Uniek

Volgens de molendatabase is er in Nederland geen enkele molen meer met een draaiende originele Fransenroede. Dit zou de molen Jan van Cuijk weer uniek maken. Een originele geklonken Potroede en Fransenroede, die beide ooit nieuw aangekocht zijn voor de molen Jan van Cuijk, gaan er voor zorgen dat er een unieke situatie is ontstaan. Nadat de Fransenroede ruim 30 jaar geleden is afgedankt en al die jaren naast de molen gelegen heeft, laat hij nu oude tijden herleven.

Op dinsdag 8 maart jongste leden is met behulp van een 120 tons telescoopkraan  van de firma Jenniskens, de kap van de molenromp afgenomen. Een spannend moment voor iedereen. De spruiten waaraan je normaal de hijsbanden aan zou bevestigen zijn dermate slecht dat de molenmaker het risico niet durfde te nemen om hieraan te hijsen. De banden werden bevestigd aan de voeghouten wat alles meer betrouwbaarder maakte. Het was even een lastige klus om de kap in balans te krijgen. Je weet immers nooit precies waar het zwaartepunt ligt. Maar rond 11 uur hing de bijna 10 ton wegende kap in de kraan. Voorzichtig werd deze op de klaar staande houten onderstopping geplaatst. Vervolgens is de complete kruivloer met rollenwagen en kuip gedemonteerd.

Wat stond er nog meer op de planning?

Er werden nog restauratiewerkzaamheden verricht aan onder andere de kruivloer, voeghouten, spruiten, rollenwagen en het metselwerk van de molenromp.  De binnen- en buitenroede werden voorzien van het van Bussel stroomlijnwieksysteem in aluminium, de beide molenaars hebben in de werkplaats van de Firma Beijk uitvoerig uitleg gekregen over de constructie en bouw wijze van de van Busselneuzen. Uiteindelijk kreeg de molen weer frisse schilderbeurt in de bekende kenmerkende kleurstelling.

Op 29 juli werd onder grote belangstelling de molenkap op de gerestaureerde kruivloer teruggeplaatst nog dezelfde dag werden de roedes en staartwerk weer terug geplaatst . Dezelfde week nog werd er door de molenmakers van Beijk de roedes opgehekt en de aluminium van Busselneuzen geplaatst.

Na een wel verdiende vakantie werden begin september de werkzaamheden weer op gepakt. Ditmaal werden de kammen in de molenwielen gecontroleerd, gedeeltelijk vervangen en weer op steek gezet. Alle spieën in de wielen gecontroleerd en indien noodzakelijk  aangeslagen of zelfs vervangen.

Uiteindelijk werd de molen op 30 oktober jl weer feestelijk in gebruik genomen door Wethouder Rob Poel van de gemeente Cuijk. En keken we met zijn alle terug op een intensieve periode van herstel aan molen Jan van Cuijk.

img_2649 janvancuijk_43 restauratie-molen-086