2e Wijziging lesrooster theorielessen seizoen 2025 – 2026
Geachte mevrouw Wessels,
|
Geachte mevrouw Wessels,
|
Beste politicus, bestuurder,
Nuenen, 3 september 2025
Brabanders houden van molens. Daar zijn wij, Molenstichting Noord-Brabant, heel erg content over. Een fraaie molen kenmerkt zijn omgeving, zegt iets van het verleden, kent zijn eigen verhalen. Die fraaie molen willen wij behouden voor de toekomst.
Daar hebben wij uw hulp voor nodig. U staat aan de vooravond van een nieuwe bestuursperiode 2026 – 2030. U kunt de waarde en betekenis van de molen voor de toekomst borgen.
Ons verzoek aan u is: neem in uw verkiezingsprogramma op dat u de bestemming en molenbiotoop van de molen vast gaat leggen in de Omgevingsvisie en het Omgevingsplan.
Daarmee geeft u dit belangrijk cultureel erfgoed een stevige positie. Wij maken ons zorgen over het behoud, omdat we zien dat molens, met hun biotopen, steeds vaker in het gedrang komen door (woning)bouwplannen. Natuurlijk hebben wij weet van het gegeven dat de druk op ruimte groot is.
Juist daarom is het Omgevingsplan zo belangrijk. Het koestert de molenbiotoop en draagt door het behoud ervan bij aan de leefbaarheid van de omgeving.
Wij rekenen op uw ondersteuning. Namens de Molenstichting Noord-Brabant
Jetty Eugster-van Bergeijk, Voorzitter.
De originele brief: Microsoft Word – Politieke partijen – verkiezing 2026.docx
Op 7 okt j.l heeft de jaarlijkse Molenontmoetingsavond van Molenstichting Noord-Brabant weer plaats gevonden. Dit maal waren we te gast bij Peter Jansen, eigenaar van de Heimolen te Rucphen. De molen kon vanaf 19.00 bezocht worden. De bijeenkomst ging om 19.30 van start in het gezellige restaurant de Grote Molen, direct naast de Heimolen.
Na een welkoms woord van voorzitter Jetty Eugster werd afgescheiden genomen van bestuurslid Robert Salomons. Robert heeft zich vele jaren met ziel en zaligheid ingezet voor de Molenstichting en heeft m.n veel gedaan op het gebied van de molenbiotoop en de aanzet tot het ontwikkelen van een molenpaspoort voor al onze Brabantse molens. Robert heel veel dank voor jouw jarenlange inzet!
De eerste spreker was John Verpaalen van o.a stichting Levende Molens en bestuurslid bij de molen van Nispen.
John heeft ons meegenomen in de kleurrijke geschiedenis van de molen van Nispen en de molenaars familie Aerden. Ook de molen hier heeft zoals zoveel molens in Brabant te maken gehad met een veranderd molenerf. In Nispen is alleen de molenaarswoning blijven staan en alle bijbehorende gebouwen zijn gesloopt voor woningbouw. Gelukkig hebben de Stichting Levende Molens en de WestBrabantse Molenvereniging zich het lot van het bijbehorende motorhok aangetrokken. En na een zeer succesvolle maar taaie strijd is het motorhok behouden en inmiddels omgetoverd tot een prachtige multifunctioneel windschuur.
Als dank voor zijn interessante presentatie heeft Peter Jansen uit naam van de molenstichting John bedankt met een leuke mand vol molenproducten.
Nicole Bakker van De Hollandsche Molen (DHM) was ook aanwezig en heeft de gelegenheid gehad om ons bij te praten over allerlei ontwikkelingen bij DHM. Er staat ook voor onze Brabantse molenaars veel interessante zaken op hun website. Kijk eens op de pagina over molenbeheer of klik hier
Na een korte pauze was het tijd voor de tweede spreker, Emil Uriot van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (RCE). Emil nam ons in vogelvlucht mee door het Brabantse landschap van verstedelijking en de effecten hierop op o.a de molen biotoop. Er ontstond een levende discussie hoe de individuele molenaar zijn/haar molen kan beschermen en een vuist kan maken tegenover de gemeente. Ook vanavond wordt het toverstokje niet gevonden en blijft de lange adem de sterkste troef. Maar vanuit de Molenstichting, DHM en RCE wordt gekeken hoe de molenaar hiermee geholpen kan worden.
Ook Emil wordt hartelijk bedankt voor zijn presentatie met een mooi mand.
De avond wordt om 22.30 afgesloten en vele zijn nog gezellig blijven naborrelen om bij te praten en de onderlinge banden te versterken. Want samen moeten we onze Brabantse molens laten draaien, beschermen en het erfgoed uitdragen!
|
Ton Meesters (molenprijs 2023), Carel van Herpt (molenprijs 2025) en Burgemeester Mark van Stappershoef.
De Brabantse Molenprijs is uitgereikt aan de heer Carel van Herpt uit Goirle. Hij ontving deze eervolle prijs op donderdag 11 september 2025 in molen De Wilde in Goirle uit handen van burgemeester Mark van Stappershoef. De heer Van Herpt ontvangt de Brabantse Molenprijs voor zijn jarenlange inzet op bijzondere wijze voor de Brabantse molens en molenaars.
Behoud Goirlese molens
De heer Van Herpt heeft zich meer dan veertig jaar ingezet voor het behoud en de functionaliteit van twee molens in Goirle: molen De Visscher en molen De Wilde. Vanaf 1982 was hij vrijwillig molenaar bij deze molens die destijds nog in eigendom van de gemeente waren. De Heemkundekring had toen de verantwoording voor het beheer van deze momumenten. De ‘werkgroep molens’, met de heer Van Herpt als voorzitter, slaagde erin om beide molens met subsidies grondig te restaureren en te privatiseren. In 1997 werd de Stichting Akkermolens Goirle opgericht en kreeg zij de molens in erfpacht. Sindsdien zorgt deze stichting, waarvan de heer Van Herpt ruim 25 jaar lang voorzitter was, voor de techniek, het onderhoud en de biotoop van beide molens.
Molens en molenaars
In 1993 nam de heer Van Herpt plaats in het bestuur van de afdeling Noord-Brabant van het Gilde van Vrijwillige Molenaars en gaf in die functie mede vorm aan de opleiding tot molenaar. Hij organiseerde theoriecursussen voor molenaars in opleiding en hij leidde zelf ook de nodige nieuwe molenaars op. Ook nam de heer Van Herpt in 1994 het initiatief voor de oprichting van de Molenstichting Noord-Brabant, waarvan hij tot 1998 voorzitter was. Later nam hij plaats in de Adviesraad van de Brabantse Molenstichting waarin de adviezen werden geformuleerd voor de grootscheepse restauratiegolf van veel molens in de jaren 2013 tot 2021.
In 2000 was hij de drijvende kracht achter het plan van de werkgroep Vrienden van Goirle om een boek over de Goirlese molens en molenaars te schrijven. Dit boek werd in 2001 uitgegeven met daarin een uitgebreide beschrijving van de heer Van Herpt over hoe een molen werkt. In 2004 werd de heer Van Herpt Koninklijk onderscheiden voor zijn betekenisvolle werk.
Zijn passie voor de molens bracht hij in die tijd onder de aandacht van een breed publiek door het verzorgen van lezingen, rondleidingen en opleidingen. De laatste jaren heeft de heer Van Herpt zich nog ingezet voor de ingrijpende renovaties van beide molens in Goirle. In 2023 ging hij op tachtig jarige leeftijd met welverdiend molenaarspensioen. Tot op heden is de heer Van Herpt echter nog steeds met raad en daad betrokken bij Stichting Akkermolens.
Brabantse Molenprijs
Elke twee jaar wordt de Brabantse Molenprijs uitgereikt door de Molenstichting Noord-Brabant. Deze stichting zet zich in voor de ongeveer 130 molens die nog herkenbaar in het Brabantse land staan met als doel deze molens, of de restanten van de molens, te behouden. De Brabantse Molenprijs is een blijk van waardering voor het vrijwillige werk van mensen in de ‘molenwereld’.
Geachte mevrouw Wessels,
|
Aanmelden speciaal voor molenaars tot 13 sept!!!
De Knippenbergprijs 2025 heeft als thema immaterieel
erfgoed, ofwel de tradities die van generatie op
generatie worden doorgegeven. De winnaar ontvangt
de Knippenbergpenning en een cheque van 1000 euro,
voor de tweede en derde plaats is 500 euro
beschikbaar.
Brabant is rijk aan immaterieel erfgoed. Immaterieel erfgoed noemen we ook
weleens ‘levend erfgoed’, omdat het erfgoed is dat vandaag de dag nog gekoesterd
wordt door mensen. Carnaval bijvoorbeeld, of kermis, dierendag en sinterklaas.
Wie kan meedoen?
Heb je een project dat daarover gaat en ben je daar een beetje trots op, meld het
dan aan voor de Knippenbergprijs 2025. Iedereen kan meedoen, zowel
heemkundekringen, immaterieel erfgoed gemeenschappen, musea enzovoort.
Belangrijk is dat het om immaterieel erfgoed gaat en dat er een immaterieel erfgoed-
gemeenschap bij. Projecten kunnen ook voorgedragen worden door derden.
Aanmelden
Projecten kunnen tot 1 september 2025 aangemeld worden
door een mail te sturen met daarin:
– naam van de inschrijver/inschrijvende organisatie met
adres, telefoonnummer en emailadres.
– een beschrijving van de traditie
– een beschrijving van het project en het resultaat ervan
– met wie en hoe er samenwerkt is
– minimaal twee rechten-vrije foto’s van minimaal 2MB
Aanmeldingen sturen naar:
knippenbergprijs@brabantsheem.nl
De beoordeling ligt in handen van een onafhankelijke jury.
De uitreiking is op zaterdag 15 november in Oirschot.Enkele voorbeelden
– Een heemkundekring heeft in samenwerking met de carnavalsvereniging de
geschiedenis uitgezocht van de vereniging en/of de verhalen opgetekend van
de carnavalsvierders.
– De organisatoren van een processie hebben met hulp van de amateurfotoclub
hun traditie in beeld gebracht en geëxposeerd. Daarna heeft de
heemkundekring de foto’s in hun beeldbank opgenomen.
– De mensen betrokken bij een bedelfeest, zoals Sint Maarten of Driekoningen,
hebben om hun immaterieel erfgoed door te geven aan de toekomst hun traditie
een nieuwe vorm gegeven die meer aanspreekt bij nieuwe generaties.
– Een gilde heeft lesmateriaal gemaakt om jongeren bekend te maken met het
gildeleven.
– Een museum heeft een aantal ambachtslieden – zoals een wever,
goudborduurster en een beenbewerker – de kans gegeven om in het museum
een tentoonstelling in te richten en demonstraties te geven.
-Een erfgoedvereniging heeft een publiciteitscampagne opgezet om het
immaterieel erfgoed in hun gemeente te inventariseren.
Willy Knippenberg (1910-2005), priester
en leraar aan het kleinseminarie
Beekvliet in Sint-Michielsgestel, had
veel op met immaterieel erfgoed, al
noemde hij dat toen nog niet zo. Het
dagelijks leven stond bij hem centraal,
zowel in materiële als in immateriële
vorm. Voor hem was erfgoed niet iets uit
het verleden, maar vooral van mensen
vandaag.
Willy Knippenberg, getekend door H. de
Laat
De Knippenbergprijs is een initiatief van de
stichting Brabants Heem, de
koepelorganisatie voor 127
heemkundekringen en erfgoedorganisaties
in de provincie Noord Brabant. De prijs
wordt om de twee jaar uitgereikt.
De werkgroep Knippenbergprijs bestaat uit:
Ineke Strouken, voorzitter
Theo Cuijpers, secretaris
Tjeu van Ras, bestuurslid
Voor meer informatie over de
Knippenbergprijs, stuur een e-mail naar:
knippenbergprijs@brabantsheem.nl
zie ook:
www.brabantsheem.nl/category/knippen
bergprijs/
Vanaf vrijdag 22 augustus is Waterschap De Dommel gestart met werkzaamheden bij de Opwettense Watermolen. De stuw bij de molen wordt opgeknapt en geautomatiseerd, zodat deze het waterpeil beter kan regelen. Tegelijk zorgt het waterschap ervoor dat de vernieuwde stuw geen hindernis meer is voor vissen door er een vislift te plaatsen. De werkzaamheden zijn onderdeel van het Erfgoed Deal-project Watermolenlandschappen en Klimaatadaptatie, waarin erfgoed een rol speelt bij uitdagingen zoals droogte en wateroverlast.
Watermolens zijn belangrijke knooppunten in ons watersysteem. Er moet voldoende water zijn om de molen te laten draaien én voldoende water voor het beekdal van de Kleine Dommel. Projectleider Hans Koekkoek legt uit waarom de stuw opgeknapt wordt: “De stuw regelt het waterpeil in de Kleine Dommel. Deze stuw is al oud en op sommige plekken echt in slechte staat. Ook is het lastig om de houten schuiven met de hand open en dicht te zetten. Daarom knappen we de stuw op en automatiseren we het systeem. Zo kunnen we het waterpeil makkelijker en preciezer regelen.”
In klein gezelschap vond er, vrijdagochtend 22 augustus, bij de stuw van de molen een symbolische starthandeling plaats. Natuurlijk waren de eigenaren van de molen, Peter Geboers en Stans Dongelmans daarbij aanwezig. Samen met hen en de Molenstichting Noord-Brabant, het waterschap, aannemer Van de Ven en advies- en ingenieursbureau Tauw, werd er stil gestaan bij de start van het werk.
Vincent Lokin, dagelijks bestuurslid van Waterschap De Dommel, legde de nadruk op het belang van het werk: “Door de droogte staat het water in de Kleine Dommel nu erg laag. Met de nieuwe, automatische stuw kunnen we het water beter sturen. We houden het langer vast in droge periodes en voeren het sneller af bij piekbuien. Zo dragen we bij aan de doelen van de watertransitie.”
De watermolen en de stuw vormen nu een grote hindernis voor vissen. Daarom komt er een vislift: een soort wenteltrap onder water. Deze lift helpt vissen om het hoogteverschil van de stuw te overbruggen. De vislift is uniek omdat hij de stroomsnelheid van het water kan aanpassen. Daardoor is hij geschikt voor verschillende vissoorten, van kleine stekelbaarsjes tot grotere vissen zoals snoek en brasem. “Ook is de vislift zuinig met water,” zegt Koekkoek. “Daardoor blijft er genoeg water over voor de molen en stroomt het niet te snel weg. Dat is goed voor de natuur in en langs de Kleine Dommel.”
De Opwettense Watermolen is een rijksmonument met een rijke geschiedenis. Jetty Eugster, voorzitter van de Molenstichting, geeft aan: “Het is een hele klus om een project zo vorm te geven dat dit erfgoed er onderdeel van wordt. En tegelijk een bijdrage kan leveren aan klimaatadaptatie, natuurherstel waarbij ook de belangen van de molen meegenomen worden. Bijvoorbeeld door te kiezen voor een waterzuinige vispassage.” Bij het ontwerp van de stuw is rekening gehouden met het uiterlijk. Veel constructiedelen, zoals damwanden en beton, worden ‘verstopt’ achter bakstenen muren. Ook worden oude onderdelen zoals de tandheugels waarmee de stuw werd bediend, het hekwerk en de poort terug gebracht zodat het geheel een uitstraling krijgt die past bij de omgeving. Tijdens het graven is een archeoloog aanwezig, omdat er mogelijk resten uit het verleden in de grond zitten.”
Aannemer Van de Ven voert het werk uit. Dit duurt tot eind 2025. Tijdens de uitvoering zijn sommige wandelpaden tijdelijk afgesloten. De molen blijft via de openbare weg gewoon bereikbaar.
Waterschap De Dommel voert het project uit in afstemming met de gemeenten Nuenen en Eindhoven. Voor het uitvoeren ontvangen we een financiële bijdrage van de Provincie Noord-Brabant en het Project Erfgoeddeal Watermolenlandschappen en Klimaatadaptatie.
Gedeputeerde Bas Maes (Erfgoed) van de provincie Noord-Brabant en directeur-bestuurder Uǧur Özcan van het Nationaal Restauratiefonds zetten eerder vandaag bij een bezoek aan landgoed Zwijnsbergen in Helvoirt hun handtekening onder de samenwerking in het nieuwe fonds. Vanaf 15 juli kunnen monumenteigenaren bij het Restauratiefonds een lening met lage rente aanvragen uit het Brabants Erfgoedfonds.
Het Brabants Erfgoedfonds is het eerste provinciale monumentenfonds in Nederland dat ook financiering beschikbaar stelt voor klimaatadaptieve maatregelen. Daarmee levert Brabant een belangrijke bijdrage aan actuele maatschappelijke opgaven, zoals de verduurzaming en klimaatbestendigheid van de leefomgeving. In het fonds zit 50 miljoen euro. Het geld komt uit de zogeheten immunisatieportefeuille (opbrengst verkoop Essent-aandelen).
Het fonds biedt eigenaren van rijksmonumenten, gemeentelijke monumenten en cultuurhistorisch waardevolle gebieden de mogelijkheid om financiering aan te vragen voor onderhoud, restauratie, herbestemming, verduurzaming en klimaatadaptatie.
Voorbeelden van erfgoed in deze waardevolle gebieden zijn waterbouwkundige elementen zoals weteringen en kanalen, en menselijk gevormde natuur als heidegebieden en vennen. Ook militaire erfgoedelementen, bijvoorbeeld kazematten en inundatiegebieden, vallen hieronder. Verder kunnen ook eigenaren van onder meer kerken, kastelen, monumentale huizen een lening aanvragen.
“Dit fonds biedt naast bestaande provinciale- en Rijksregelingen een extra kans om waardevol erfgoed voor toekomstige generaties te behouden én toegankelijk te houden.”
Bas Maes, gedeputeerde
Gedeputeerde Bas Maes (Erfgoed): “Dit fonds biedt naast bestaande provinciale- en Rijksregelingen een extra kans om waardevol erfgoed voor toekomstige generaties te behouden én toegankelijk te houden. De aflossing van leningen wordt teruggestort in het monumentenfonds, zo ontstaat een doorlopend en duurzaam fonds met geld dat steeds opnieuw kan worden uitgeleend voor nieuwe projecten.”
Uğur Özcan, directeur-bestuurder van het Nationaal Restauratiefonds: “Meer monumenteigenaren financieel ondersteunen om hun monument klaar te maken voor de toekomst. Daar zetten we ons dagelijks voor in. Daarom zijn we blij met deze samenwerking. Dit fonds helpt niet alleen het erfgoed, maar versnelt ook ruimtelijke en duurzame transities in de provincie. Brabant zet hiermee een belangrijke stap en is landelijk koploper.”
De uitvoering van het Brabants Erfgoedfonds is in handen van het Nationaal Restauratiefonds, 40 jaar geleden opgericht door het ministerie van OCW. Voor het in stand houden van erfgoed beheren ze zonder winstoogmerk vergelijkbare fondsen voor de Rijksoverheid, provincies, gemeenten en private partijen.
Eigenaren kunnen de Brabants Erfgoedfonds-hypotheek met lage rente vanaf 15 juli aanvragen op de website van het Restauratiefonds. De lening bedraagt minimaal €10.000 en maximaal €1 miljoen per monument, tegen een lage rente. De hoogte van de hypotheek wordt bepaald aan de hand van de door de gemeente vastgestelde kosten.
Meer informatie en aanvragen vanaf 15 juli op www.restauratiefonds.nl/brabantserfgoedfonds(verwijst naar een andere website)
Klik hier voor de originele publicatie