Toekomstvisie
Van malen naar verhalen
I Inleiding
Molens zijn onlosmakelijk verbonden met Nederland, dus ook met Brabant. De molens zijn niet los te zien van de geschiedenis en ontwikkeling van ons land en onze provincie, en om die redenen iconische symbolen.
Onze provincie telt ongeveer 130 traditionele wind- en watermolens. De Molenstichting Noord-Brabant zet zich in voor deze molens die nog herkenbaar in het Brabantse land staan. De Molenstichting bestaat uit een bestuur, bestaande uit bestuursleden verspreid over de provincie. Het bestuur laat zich adviseren door een Adviesraad, bestaande uit molenaars en deskundigen uit het molenveld binnen de provincie. Ons doel is het bevorderen van het beheer, het behoud en de beleving van molens en restanten van molens in Noord- Brabant.
De stichting wil dit doel bereiken door:
- het stimuleren van de culturele en educatieve waarde van molens in Noord-Brabant;
- het behouden van streekeigen eigenschappen en taalgebruik met betrekking tot molens;
- het behoud en herstel van een passende molenomgeving;
- het beïnvloeden van het algemeen molenbeleid van alle overheidsniveaus (gemeentelijk, provinciaal en landelijk);
- het fungeren als “contactpersoon” tussen individu (molenaar) en/of lokale molenorganisaties enerzijds en overheid anderzijds;
- het verlenen van medewerking aan provinciale activiteiten en/of evenementen op het gebied van molens;
- het inventariseren van molens en restanten van molens.
II Missie
Het bevorderen van het behoud, het beheer en de beleving van de ongeveer 130 wind- en watermolens en hun omgeving voor de toekomstige generaties voor zowel wat betreft de materiële als de immateriële aspecten.
III Visie
Molens zijn grotendeels monumenten en daarmee als dragers van het verleden, onderdeel van ons erfgoed. Wij zijn onderdeel van het grote erfgoedbeleid van Brabant en ondersteunen dan ook de missie van Erfgoed Brabant, waar het betreft het koesteren van de molens om hun eigen betekenis en schoonheid, het bieden van herkenning bij de grote veranderingen in onze leefomgeving en het geven van houvast en identiteit. Om die reden verdienen de molens een bredere publieke waardering.
IV Molens en molenaars
Een molen is meer dan een gebouw. Een molen is in de eerste plaats een werktuig met een specifieke functie. Voorbeelden van functies: het malen van graan, het verplaatsen van water, het zagen van hout en het slaan van olie.
Het gebouw dient oorspronkelijk alleen als omhulsel van het werktuig. Het is dienstbaar aan de functie van het werktuig.
De molenaar bedient en gebruikt het werktuig. Dit lijkt simpel maar het is door de ontwikkelingen vaak best complex. Het werktuig wordt ook gebruikt voor werkzaamheden die het doel ondersteunen, bijvoorbeeld bij een korenmolen het aanvoeren van de grondstoffen en het afvoeren van het product. Bij zijn werkzaamheden moet de molenaar zich bewust zijn van de natuurkundige wetten die op een molen als werktuig van toepassing zijn.
Het molenaarsvak is een ambacht. Dit ambacht wordt bijna uitsluitend door vrijwilligers uitgevoerd. Het is niet voor niets geclassificeerd als cultureel erfgoed. De opleiding tot molenaar is in goede handen bij Het Gilde van Vrijwillige Molenaars en behoeft dus niet zo zeer onze aandacht. Wel is het belangrijk de aandacht te bevorderen voor de molen als werktuig en het ambachtelijk molenaarschap. Dit kan op scholen en door vergroten van de bekendheid via publieksvriendelijke publicaties. Dat verhoogt de belangstelling voor de molen als erfgoed.
V Behoud, Beheer & Beleving
Om een rol van betekenis binnen het “Erfgoed” te kunnen spelen blijft ons beleid gericht op:
- Het bevorderen van behoud, beheer en beleving van de molens
- Het versterken van de verbinding en beleving richting lokale gemeenschappen door het organiseren van allerlei activiteiten rond de molens
- Het vragen om aandacht voor de molens en hun omgeving, waaronder de molenbiotoop en de watermolenlandschappen
- Het stimuleren van de geschiedenis van én de verhalen rond de molens en hun gebruikers en eigenaren
Ad 1 | Onder de begrippen Behoud, Beheer en Beleving wordt het volgende verstaan:
Om de molens ook voor de toekomst te bewaren moet er meer gebeuren dan restauratie alleen. In 2013 hebben wij met het aanbieden van het ‘Bidbook achterstallig onderhoud en restauratie molens’, een bijdrage van de provincie van 3,4 miljoen euro, inclusief molenconsulent ontvangen. Het overgrote deel van de molens kan er met regulier onderhoud weer een hele tijd tegenaan, maar er zijn diverse molens waarbij groot onderhoud opnieuw of binnen enkele jaren weer noodzakelijk is. Het molen- of erfgoedbestand is dus nooit ‘klaar’. Blijvende aandacht en financiering is onmisbaar om te zorgen dat onze molens er ook in de toekomst goed bij blijven staan. Inzicht in en monitoring van de achterstand van het onderhoud voorkomt een grote inhaalslag later en is van belang voor planmatig onderhoud aan de voorkant en voor eventuele restauratieplannen. Met de afronding van het project is ook de molenconsulent verdwenen, waardoor het inzicht en de monitoring is verminderd en we als provincie achterblijven bij de aanvragen van de Subsidieregeling instandhouding monumenten (SIM) en het Molenfonds. Daarnaast vraagt de toenemende regelgeving rond molens, onder andere op het gebied van ARBO en (brand)veiligheid steeds meer aandacht. |
Ad 2 | Wanneer de gemeenschap de verantwoordelijkheid neemt wordt erfgoed veel meer een onderdeel van de samenleving. Er gebeurt meer, en er wordt meer samen georganiseerd en aangepakt (als voorbeeld de molen in Vinkel). Er wordt breder en creatiever over de kansen van de molen nagedacht en het draagvlak neemt toe. |
Ad 3 |
De molenbiotoop is de omgeving van een molen, voor zover die van invloed is op het functioneren van de molen als maalwerktuig én als monument. Vrije windvang is één van de belangrijkste voorwaarden voor een goed functionerende windmolen. De molenbiotoop is voor iedere molen verschillend. Naast windvang is belevingswaarde ook een aspect van de molenbiotoop. Een goed zichtbare molen doet meer recht aan de cultuurhistorische rol die de molen heeft in het landschap. Mede met het oog op de invoering van de Omgevingswet heeft de Molenstichting in samenwerking met De Hollandsche Molen in 2019 het Project molenbiotoop windmolens afgerond. Ons beleid is er op gericht deze molenbiotoop beschermd te krijgen in de op te stellen omgevingsplannen. Watermolens hebben door hun eeuwenlange opstuwing van de beken grote invloed gehad op het waterbeheer, het landschap, de ecologie en het landgebruik in de beekdalen. Waar watermolens verdwijnen, verdroogt het beekdallandschap. Leren van de manier waarop in het verleden met het waterbeheer door watermolens werd omgegaan kan meehelpen bij de aanpak van verdroging en de opvang van piekafvoeren. Daarom heeft de Molenstichting in nauwe samenwerking met de provincie Noord-Brabant, Waterschap de Dommel, Het Groene Woud en diverse partijen het project ‘watermolenlandschappen voor klimaatadaptatie’ opgezet, dat uniek is in Nederland. Het project draagt ook bij aan recreatie en een aantrekkelijke woonomgeving. Daarmee krijgt ons erfgoed een plek binnen grote maatschappelijke opgaven zoals de klimaatverandering, de energietransitie of de stedelijke groei en krimp. |
Ad 4 |
De geschiedenis van en de verhalen rond de molens moeten mensen enthousiasmeren en mobiliseren om zich onder andere als vrijwilligers en gemeenschap in te zetten voor hun molen. Met het oprichten van lokale molenstichtingen, of de overdracht van molens naar publiek eigendom wordt de interactie tussen de bestuurlijke organen en maatschappelijke groepen en de al direct betrokken vrijwilligers versterkt. De molens moeten minder afhankelijk worden van subsidies. Er moet tijdig worden nagedacht over alternatieve financiering, bijvoorbeeld door nevenbestemmingen. |
VI. Kansen en uitdagingen
Onze ongeveer 130 wind- en watermolens zijn als gebouwen voornamelijk monumenten (Rijks- of gemeentelijk) en daarmee deel van ons erfgoed. De Molenstichting heeft, als één van de samenwerkingspartners in de erfgoedsector, de ambitie deel uit te maken van de provinciale basisinfrastructuur erfgoed. We zien ons daarbij gesterkt door provinciale opgaven en ambities waarin molens vanuit onze visie een rol kunnen spelen.
Molens zijn een toonbeeld van duurzaamheid door de eeuwen heen; zij zijn een voorbeeld van culturele duurzaamheid.
Als werktuig voor de actuele kansen en uitdagingen kan het molenbestand bijdragen aan:
- Klimaat en duurzaamheid. De problemen door de klimaatveranderingen zijn nijpender dan ooit. Tot in de haarvaten van het watersysteem zullen alle zeilen bijgezet moeten worden tegen de gevolgen van plotselinge enorme regenval, maar ook tegen hitte en verdroging. Het hiervoor genoemde Erfgoeddeal-project Watermolenlandschappen en Klimaatadaptatie is een mooi voorbeeld van het inzetten van historische watermolens. Natuurontwikkeling en landschapsversterking maken onderdeel uit van dit project. Aan de Brabantse Energietransitie en Klimaatproof Brabant, kunnen wind- en watermolens een bijdrage leveren, zowel in maatregelen tegen overstromingen en verdroging als bij het opwekken van duurzame energie.
- Duurzame voedselproductie. Steeds meer kopen consumenten hun voedsel graag bij producenten dichtbij huis. Ook versgemalen meel van de molenaar voor b.v. brood en pannenkoeken. Verser dan vers zoals te zien bij onder andere molen “De Hoop” in Veen.
- Toerisme en recreatie. Molens verhogen, als tast- en zichtbaar erfgoed, de aantrekkelijkheid van Brabant voor toeristen en recreanten. Vincent van Gogh, de belangrijkste Brabander aller tijden en nu “trekpleister” van het toerisme in Brabant, wist het toen ook al: hij liet zichzelf inspireren door de molens in zijn omgeving. Molens kunnen nog steeds kunstenaars en schrijvers inspireren
- Leefbaarheid en leefomgeving. Een mooie en leefbare leefomgeving is ons Brabanders heel wat waard. Ook voor het vestigingsklimaat van bedrijven en hun werknemers is het een factor die ze laten meewegen. Molens nemen een belangrijke plaats in bij de aantrekkelijkheid van het Brabantse land.
- Omgevingsplannen. In het kader van de aanstaande Omgevingswet zal de burger steeds meer betrokken gaan worden bij ruimtelijke plannen in de omgeving. Met name het rapport over de molenbiotoop kunnen zij benutten om de Brabantse molens te beschermen en in stand te houden.
- Erfgoedparticipatie. In het Europese Verdrag van Faro wordt de maatschappelijke en verbindende waarde van cultureel erfgoed en het belang van deelname door de samenleving benadrukt. Participatie van burgers staat hierin centraal, daarbij ook rekening houdend met burgers, die van elders zijn gekomen en burgers met een beperking. Dat zien wij als kans voor het vergroten van draagvlak voor de molens en daarmee voor nieuwe mogelijkheden voor het behoud en gebruik van de molens. Dat is hard nodig om in tijden van vermindering van (overheid)subsidies steun te vinden voor andere vormen van financiering om ons molenbestand te kunnen onderhouden.
VII. Aandachtspunten
Om deze kansen en uitdagingen in de praktijk waar te kunnen maken, zullen we blijvend aandacht moeten geven aan, respectievelijk aandacht vragen voor een aantal randvoorwaarden, zoals:
- Het versterken van de samenwerking tussen het molenveld en de erfgoedstructuur, waarbij wij denken aan Het Gilde van Vrijwillige Molenaars, Monumentenhuis Brabant, Monumentenwacht Noord-Brabant, de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en Erfgoed Brabant.
- Het behoud van het ambacht van molenaar, dat op de lijst van Cultureel Erfgoed van Unesco staat door een goede opleiding te garanderen, wellicht in samenwerking met het beroepsonderwijs.
- Zorg voor voldoende vrijwilligers in samenwerking met Het Gilde van Vrijwillige Molenaars.
- Het behoud van de authenticiteit van de molen tegen de achtergrond van wetgeving op het gebied van onder andere Arbo en (brand)veiligheid.
- Voldoende financiën zowel van overheidswege als via publieksactiviteiten, crowdfunding, sponsoring, ruime nevenbestemmingen en dergelijke. Blijvende aandacht en financiering is onmisbaar om onze molens er in de toekomst goed bij te laten staan. We blijven in overleg met de provincie om onderhoud van de molens via de provinciale molenregeling ook na 2022 voort te zetten.
- Een goede communicatie via de website, sociale media, nieuwsbrieven, publieksvriendelijke publicaties. Wij moeten als Molenstichting vindbaar en zichtbaar zijn.
- De ondersteuning van een molenconsulent. Dit wordt nader uitgewerkt in hoofdstuk XIII.
XIII Professionele ondersteuning
Naast financiering vormt is ook professionele ondersteuning noodzakelijk. Wij denken hierbij aan een molenconsulent of een andere erfgoeddeskundige, die als aanjager en verbinder, een belangrijke schakel vormt tussen alle partijen die betrokken zijn bij de uitvoering van bovenstaande. Deze nieuwe functie biedt de kansen en mogelijkheden om op een actieve en enthousiaste manier bij te dragen aan de pijlers van deze toekomstvisie en zo samen te zorgen beheer, behoud en beleving van onze Brabantse molens.
Zoals in deze Toekomstvisie beschreven, zijn de meeste molens Rijksmonumenten, is het ambacht van molenaar inmiddels internationaal cultureel erfgoed en worden de meeste molens mede in stand gehouden dankzij de inzet van vrijwilligers. De moleneigenaren hebben hun handen vol om het hoofd boven water te houden.
De Molenstichting bestaat uit bestuurders, die het belang van de Brabantse molens behartigen. De Stichting ontvangt geen subsidie, heeft geen mensen in dienst en bezit geen molens. Zij is afhankelijk van een bescheiden vrijwillige bijdrage van gemeenten, waar zich één of meer molens bevinden.
Uit het molenveld komt de roep om professionele ondersteuning in de persoon van een molenconsulent.
Ook het bestuur vindt professionele ondersteuning om het beleid ook daadwerkelijk via de uitvoeringsagenda in concrete stappen waar te maken, van essentieel belang. Deze fungeert enerzijds als een schakel (“oliemannetje”) tussen het molenveld en de diverse overheden/subsidiënten en anderzijds als aanjager van de diverse projecten uit de Toekomstvisie. Door een aanjager kan de transitie naar de doe-democratie in het erfgoedveld versneld worden. In de praktijk betekent dit dat de professionele ondersteuner(s) als procesbegeleider(s) diverse projecten kan initiëren, coördineren en uitvoeren, thematische bijeenkomsten kan organiseren, adviezen en rapporten kan opstellen, de onderlinge samenwerking binnen het molenveld kan, maar ook daarbuiten met partners, die voor het molenveld interessant kunnen zijn, zoals het onderwijs en de toeristisch-recreatieve sector.
Dit alles met als doel, dat de molen, bijvoorbeeld door nieuwe functies, steeds meer een onderdeel worden van de gemeenschap. Voor de molen betekent dit meer bestaansrecht en onafhankelijkheid. De overheid is enkel faciliterend, de gemeenschap wordt “ (mede)eigenaar” van het erfgoed.
Het ligt voor de hand deze professioneel kracht door de provincie te laten financieren en te positioneren in het erfgoedveld.
IX Uitvoeringsagenda
De uitvoeringsagenda voor de komende jaren is opgesteld aan de hand van de drie pijlers van deze toekomstvisie, namelijk Behoud, Beheer & Beleving.
Behoud
- Monitoring onderhoud
Vanuit de pijler behoud investeren we continu in het monitoren van de onderhoudstoestand van de molens in Brabant. In het verleden is geïnvesteerd in de restauratieachterstand en voor nu is het van belang zorg te dragen voor het behoud van dit erfgoed. Onderdeel hiervan vormt ook het faciliteren van de aanvraag van subsidies en financiële steun bij relevante partijen zoals SIM en het Molenfonds.
Beheer
- Bewaken molenbiotoop
Vanuit de pijler beheer zetten we in op de omgeving van de molen en de plaats van de molen in het landschap. Essentieel voor molens is dat zij in staat moeten zijn om te draaien. Hiervoor is de molenbiotoop, de open ruimte rond de molen, het aangewezen middel. Het behouden of herstellen van deze molenbiotopen kan bijdragen aan klimaatoplossingen en waardevolle natuur en zorgen voor een kwaliteitsimpuls van de leefomgeving.
- Versterken samenwerking partners
Hierbij is het ook essentieel om voortdurend in dialoog te zijn met betrokken partners zoals Het Gilde van Vrijwillige Molenaars, Erfgoed Brabant, Monumentenhuis Brabant, Monumentenwacht Noord-Brabant en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Hierin is een nadrukkelijke aanjaagfunctie weggelegd voor de molenconsulent zodat deze samenwerking ook versterkt kan worden
Beleving
- Verhalen vertellen
Vanuit de pijler beleving willen we langs meerdere lijnen investeren in het beleven en betekenis geven van erfgoed. Een lijn is gericht op het vertellen van verhalen. Onze molens herbergen de verhalen van ons verleden en vormen daarmee mede onze identiteit in het heden. Daarnaast bieden de molens en de omliggende cultuurlandschappen rust en bezinning. Vanuit de samenleving zien we dit terug in de belangstelling voor het thema erfgoed en de verhalen van toen. Vanuit de kunst van het verhalen vertellen, worden deze verhalen verteld op een manier die gericht is op het teweegbrengen van beleving en betekenis.
- Onderwijs
Een tweede lijn is gericht op het onderwijs. Vanuit bestaande programma’s, zoals bijvoorbeeld “Ieder kind naar de molen”, willen we alle kinderen de mogelijkheid bieden meer te weten te komen over onze molens. Een goede samenwerking met het onderwijsveld is hiervoor van belang.
- Recreatie en Toerisme
Een derde lijn is gericht op de recreatieve en toeristische sector. Door actief aan te sluiten bij lokale en regionale plannen rond toerisme, recreatie en mobiliteit kunnen mogelijk kansen worden gecreëerd waarbij de beleving en betekenis van de molen een rol kan spelen.
- Brabantse Molenprijs
Vele vrijwilligers zetten zich in het belang van beleving en zichtbaarheid in voor het molenwerk. Om het belang van deze vrijwillige inzet te benadrukken en onder de aandacht te brengen reiken we tweejaarlijks de Brabantse Molenprijs uit aan een persoon of personen die zich op bijzondere wijze hebben ingezet voor de Brabantse molens en molenaars.
Overig
- Financiering
Om de punten die voortvloeien uit bovenstaande pijlers ook daadwerkelijk te kunnen realiseren is het ook van belang dat voldoende financiële middelen aanwezig zijn. Hiervoor zal actief gezocht moeten worden naar geldstromen vanuit betrokken en verbonden partijen zoals diverse overheden maar ook inwoners, ondernemers en maatschappelijk middenveld.